Hoe worden allochtoon/nieuwkomer en autochtoon gedefinieerd?

De nieuwkomers zijn in het geval van college 1 de nieuwe landen bij de Europese Unie. Door de landen die al langer lid zijn van de Europese Unie, wordt er sceptisch naar hen gekeken. Hierdoor bestaan er veel vooroordelen over de nieuwkomers, vooral onder de bevolking van de ‘oude’ EU- landen. Nieuwkomers blijken bang te zijn voor nieuwe en/of onbekende politieke ideeën en culturen van buitenaf. Hierdoor is er geen sprake van eenheid of diversiteit binnen de Europese Unie.

De allochtonen, een minderheid die vooral uit arbeidsmigranten bestaat in West-Europa/Nederland kunnen hier, in college 2, de nieuwkomers genoemd worden. De Nederlanders zijn de autochtone bevolking met eigen autochtone minderheden als Friezen en Brabanders.

In het geval van straattalen willen de nieuwkomers zich door middel van een gemeenschappelijke taal zowel onderscheiden van, als identificeren met de autochtone bevolking. Het gebruik van taal kan een middel zijn om afstand te creëren, maar het kan dus ook verbondenheid creëren. Autochtonen kunnen volgens sommige jongeren de ‘allochtone identiteit’ aannemen door de manier van praten te veranderen. Een voorbeeld hiervan is het Murks: het belachelijk maken van of de spot drijven met allochtone accenten door autochtonen.

De nieuwkomers, de Sefardische Joden, werden aan het eind van de 15de eeuw gezien als een aparte groep, die niet volgens iedereen in de maatschappij hoorde en een groep waar aparte regels voor golden. Zij werden in de desbetreffende tijd veelal uitgesloten van andere bevolkingsgroepen. Ook was het zo dat de nieuwkomers zichzelf in bepaalde opzichten leken te onderscheiden van de meerderheid (de autochtonen). Van beide kanten kan er dus gesproken worden van een soort uitsluiting of aparte behandeling.

De migranten uit met name de Zuidelijke Nederlanden zijn de nieuwkomers en de Amsterdammers zijn de autochtonen in de vroegmoderne tijd. Tegenstellingen tussen deze twee groepen worden constant benadrukt. Aan de nieuwkomers worden verwijten gemaakt door de autochtonen over zaken waar ze zelf schuldig aan zijn. Er is duidelijk sprake van afkeer tegen de andere partij.

Wat allochtoon is valt in het geval van leenwoorden breed op te vatten. Alle leenwoorden zijn nieuwkomers. Wat men als autochtoon ziet, namelijk de Nederlandse taal, betreft veel leenwoorden en dus veel allochtone elementen. Deze elementen kunnen makkelijk worden opgenomen doordat er acceptatie bestaat wat betreft het nieuwe, wat men integratie noemt.

Door de meerderheid van de autochtone West-Europese bevolking, worden de moslims in Europa als nieuwkomers gezien. Of ze nu geboren zijn als Europeanen of niet. De nieuwkomers voelen zichzelf echter wel Europeanen.


Wat betreft Suriname
De feitelijke nieuwkomers, de niet-autochtone bevolkingsgroepen, lijken zich niet als allochtoon te zien. Surinamers zijn Surinamers, waar hun wortels ook liggen. Dit komt misschien doordat de autochtone Surinamers(de inheemsen) geen dominante rol spelen in de samenleving.


Conclusie
Nieuwkomers zien zich niet vaak als nieuwkomers, ookal doet de autochtone bevolking dat wel. De autochtone bevolking staat niet altijd even open voor de allochtone bevolking, omdat er angst bestaat voor het onbekende en nieuwe ideeën. Als nieuwkomers wél worden geaccepteerd, heeft dat vaak te maken met het eigenbelang van de bestaande gemeenschap. Een goed voorbeeld hiervan zijn leenwoorden die opgenomen zijn in het Nederlands.